ONDERSTEUNEN EN UITDAGEN
Bij het aanbrengen van nieuwe kennis en vaardigheden, moeten we enerzijds voorkomen dat het werkgeheugen overbelast raakt en anderzijds dat we door te weinig uitdaging, leerkansen laten liggen. Om hier op in te spelen, schuiven we 4 hefbomen naar voor: goeie voorbeelden geven en modeling toepassen, woord en beeld doordacht combineren, differentiëren in ondersteuning en aanbod en baseren op data om tijdig bij te sturen.


De leerkracht doet ertoe… Toon voor, denk hardop en expliciteer je stappen zodat leerlingen je voorbeeld kunnen spiegelen.
Leerkrachten van kleuter tot secundair ondersteunen hun leerlingen door expliciet te modellen en te vragen om dit te spiegelen. Dit komt overeen met een aanpak waarbij de leerkracht de leerlingen voorzichtig loslaat: ik doe het voor – we doen het samen – jullie doen het samen – jij doet het alleen (GRIMM-model).
- Voorspellend lezen bij kleuters: zeg luidop wat je ziet op de kaft van een boek en vertel daarbij waaraan je zou kunnen denken en waarover het verhaal gaat…
- Voor-koor-doorlezen: de leerkracht leest voor, de leerlingen lezen in koor, de leerlingen lezen in stilte door.
- Ik laat leerlingen mijn denkwijze expliciet herhalen.
- Ik zeg nieuwe woorden luidop en laat de leerlingen dit in koor herhalen
- Nadat ik een voorbeeld heb uitgewerkt, laat ik leerlingen aan de slag met een voorbeeld waar stappen zijn weggelaten of kunnen aangevuld worden, vooraleer ze dit helemaal van begin tot einde doen.
- Ik laat leerlingen als voetbalcommentator verwoorden wat ik doe tijdens de instructie.
In de hersenen zitten spiegelneuronen. Die zorgen er voor dat je gaat geeuwen als iemand anders geeuwt. Dat mechanisme kan je inzetten om leerlingen jouw te laten imiteren.
Bovendien zorgt een heldere instructie, met uitgewerkte voorbeelden en expliciete stappen waarbij je hardop nadenkt, dat de leerlingen je gedachte en gedrag kunnen observeren en kopiëren of spiegelen om de beperkte opslagruimte in werkgeheugen niet te overladen.


Versterk het leren door woord en beeld passend te combineren, zonder te overprikkelen.
Leerkrachten versterken het leren door woorden met beelden te ondersteunen tijdens de instructie. Ook vertrekken uit een levensechte context helpt om de focus en de aandacht ter vergroten (hefboom “Z. betekenisvolle context” – rode tegel). Het is ook belangrijk om afleidende prikkels of teveel prikkels in het klaslokaal te beperken. De aandacht is immers snel afgeleid als deze te weinig gericht kan worden.
- Fonemisch bewustzijn om de beginnende geletterdheid in de kleuterklas te ondersteunen
- Nieuwe woordenschat ondersteunen met een beeld
- Stappenplannen met pictogrammen of foto’s
- Een lied of ezelsbruggetje om iets te onthouden
- Een tekening met cijfertjes en een legende eronder is lastiger voor het werkgeheugen dan een tekening waarbij de begrippen er meteen op de juiste plaats bijstaan. (Mayer)
In het werkgeheugen is een beeldend en een woordelijk centrum actief. Door woorden met beelden te combineren kan je het leersignaal daarmee veel sterker maken. Ook andere zintuigen gericht inzetten kan helpen om de focus te houden.
Vermijd echter overbelasting en combineer bijvoorbeeld geen twee keer het woordelijk centrum (luisteren naar wat er te lezen valt is ineffectief) of teveel onsamenhangende prikkels. Leer meer aan de hand van de “multimedia principes” van Mayer.


Wie heeft wat wanneer (nog) nodig? Welke ondersteuning of uitdaging kan ik voorzien en tijdig weghalen?
Een heldere leerlijn van de leerstofopbouw maakt het mogelijk om de de sprongen te onderscheiden waarbij sommige leerlingen kunnen versnellen dan wel vertragen.
Leerkrachten voorzien bij differentiatie voor elk van die stappen extra instructie, stappenplannen en oefenmateriaal. Op basis van testmaterialen kunnen leerkrachten of de leerlingen zelf inschatten wat ze op dat moment nodig hebben (hefboom “baseren op data” – groene tegel) en welke hulpmiddelen of versnellingen terug afgebouwd kunnen worden.
- Ik start de les met een uitdagend raadsel voor sommigen, terwijl ik voor anderen de structuur behoudt
- Ik breng in kaart wat de noden van elke leerling zijn en zorg voor passende hulpmiddelen die gaandeweg worden afgebouwd.
- Ik gebruik een adaptieve lesmethode voor wiskunde, waarbij leerlingen op basis van hun oefeningen versnellen of vertragen.
Door als leerkracht in te spelen op verschillen, voelt elke leerling zich gezien, wat bijdraagt aan de relatie.
Door versnellen of vertragen mogelijk te maken, voelt elke leerling zich uitgedaagd en ondersteund en kan op die manier succes ervaren.
Door in de zone van de naaste ontwikkeling te blijven, is er bovendien minder kans op overbelasting van het werkgeheugen.


Wat werkt én wat niet? Maak leren zichtbaar: reflecteer, maak doordachte keuzes en groei met data als gids.
Leerkrachten en leerlingen kunnen het leerproces zichtbaar maken en zo zien wat werkt en wat niet.
- Ik laat leerlingen hun successen en talenten, ook leerkansen of veelgemaakte fouten bijhouden in een leerlingenportfolio.
- Ik hang een voortgangsbord in de klas, maak zichtbaar waaraan we werken. We stellen zo samen doelen en evalueren deze.
Door leerlingen zelf te laten reflecteren over hun al of niet behaalde doelen, welbevinden geslaagde aanpak en resultaten, leg je het eigenaarschap van het leerproces bij de juiste persoon. Hierdoor kunnen leerlingen kiezen wat ze in hun aanpak willen behouden of veranderen. Keuze geven bevordert de motivatie en zet het zweet op de juiste rug.
Toon ook dat je als leerkracht/organisatie nadenkt over je eigen aanpak door aan de hand van data te reflecteren over interventies die werken of niet. (cfr. PDCA-cirkel) Modelleer en ontwikkel samen een lerende houding.
Extra linken vanuit deze 4 hefbomen
Multimedia principes van Mayer
Digitale Didactiek | Mayer’s ontwerpprincipes van multimedialeren
Leidraad Differentiatie
Leidraad Differentiatie om onderwijsachterstanden weg te werken | Leerpunt