MOTIVATIE VERHOGEN
Van ABC tot Z
Ieder mens is intrinsiek gemotiveerd als een aantal basisbehoeftes vervuld zijn: het gevoel zelf te kunnen beslissen (Autonomie), ertoe doen of gezien worden (verBondenheid) en iets te kunnen of succesvol te zijn (Competentie). Als een taak ook betekenisvol of zinvol wordt ervaren (Zingeving), geeft dit goesting… Deze vier basisbehoeften vertalen we in 4 hefbomen die je in de klas kan toepassen. Welke van de vier heeft die ene leerling nog nodig om vooruit te kunnen?


Zet leerlingen aan het roer van hun eigen leerproces en plaats het zweet op de juiste rug.
Stimuleer de innerlijke motivatie door leerlingen binnen duidelijke verwachtingen en grenzen keuzevrijheid en verantwoordelijkheid te geven in hun leerproces. Zet in op zelfregulerende vaardigheden ontwikkelen, maar laat ze niet los. Je leert niet rijden door het stuur in handen te krijgen…
Laat leerlingen zelf hulpmiddelen, invalshoeken en aanpakken kiezen. Bouw routines in op school om hen zelf werk te laten plannen door ruim op voorhand doelstellingen te delen. Stimuleer samenwerking en interactie en vertrouw op hun capaciteiten om zichzelf of elkaar te evalueren, feedback te geven en te vragen.
Autonomie geeft vertrouwen en vertrouwen veroorzaakt positieve gevoelens die stoffen aanleveren in de hersenen. Deze stoffen zijn goede informatiedragers tussen het werkgeheugen en het langetermijngeheugen.
Bovendien; door het zelf te doen, zelf de fout te zoeken, zelf feedback te vragen, ben je actief aan het werken en niet passief aan het ontvangen, wat op zich de verbindingen tussen de hersengebieden activeert. Leren is zweten, als de leerkracht meest zweet is het niet de lerende die leert…


Gelijke kansen beginnen met het geloof in élke leerling, hoe grillig de context ook is. Betrap jezelf of je collega 😊. Geen prestatie zonder relatie…
Alles begint met graag zien en geloof in elke leerling. Toon persoonlijke aandacht voor elke van hen, voor hun leven buiten school, hun talenten en interesses en sluit aan bij hun leefwereld. Maak je hoge verwachtingen omtrent gedrag, prestaties, verwachte uitkomsten duidelijk zichtbaar. Geef leerlingen met een uitdagend leerparcours het volle vertrouwen dat ze het zullen bereiken door hen te ondersteunen en aan te moedigen bij elke stap. Wees alert voor vooroordelen, ook al is dit menselijk…
Het fundament van effectief onderwijs ligt in het creëren van een omgeving waarin elke leerling zich gezien, gehoord, gewaardeerd en verBonden voelt. Dit betekent dat ze geloven dat ze ertoe doen en dat hun bijdragen, interesses, ervaringen, meningen, talenten en groeipotentieel erkend en gezien worden.
“Als je gelooft dat een leerling veel capaciteiten heeft, ga je die ook anders benaderen, meer vragen stellen, langer laten nadenken, waardoor die leerling meer zal leren en betere resultaten behaalt, zodat jouw verwachting uitkomt (Pygmalion-effect). Het omgekeerde werkt helaas ook (Golem-effect).” (Gert Verbrugen)


Is elke leerling mee? Beheersing als standaard, niet als uitzondering.
Het principe van beheersingsleren hoort bij het stellen van hoge verwachtingen voor elke leerling en het streven naar daadwerkelijk begrip en beheersing van de leerstof, niet enkel de behandeling ervan. In plaats van door te gaan met het lesprogramma als een meerderheid van de leerlingen een bepaald onderdeel begrijpt, wordt de focus gelegd op het verzekeren dat elke leerling de stof beheerst voordat er verder wordt gegaan. Dit bevordert succeservaringen en voorkomt het opbouwen van achterstanden.
Baken binnen de leerstof bouwstenen af die alle leerlingen nodig hebben en laat leerlingen ze herhalen tot ze het kunnen. Indien leerstof uit het vorige jaar/jaren niet beheerst is, wordt dit via een leerlijn in kaart gebracht en een inhaalmanoeuvre mogelijk gemaakt.
Als leerlingen succes ervaren en het gevoel hebben dat ze het kunnen (Competent), zijn ze gemotiveerd en betrokken.
Als leerlingen ergens een trein gemist hebben en een belangrijk stuk leerstof waarop wordt verder gebouwd, niet onder de knie hebben, bouwen ze achterstand op en is er kans op faalangst of aversie voor een bepaald vak of onderdeel.


Trek het leven binnen. Echte situaties zorgen voor echte motivatie. Als je die prikkelt, blijft nieuwe informatie veel beter hangen.
Werk waar mogelijk vanuit de werkelijkheid of passende context om het begrip en de motivatie te vergroten. Maak de leerstof relevant door ze te koppelen aan de actualiteit, muziek of film, een uitdaging of aan verschillende vakken via projecten. Hou ook rekening met hoe de context je aanbod kan bepalen.
Laat leerlingen iets uitwerken voor een echt publiek, een echte uitdaging in hun omgeving. Contacteer relevante partners in de buurt of maak gebruik van technologie (AR, VR, XR) om context in de klas te brengen.
Door vanuit betekenisvolle of praktijkgerichte situaties te vertrekken, wordt de nieuwsgierigheid aangewakkerd, voelt het leren Zinvol en voelen leerlingen zich betrokken.
Bovendien is in de praktijk de focus groter, omdat je de zintuigen gericht aanspreekt en afleidende prikkels geen kans geeft. Dit zorgt ervoor dat de capaciteit van het werkgeheugen optimaal benut kan worden.
Extra linken vanuit deze 4 hefbomen
Maarten Vansteenkiste
Voor meer tools: Centrum voor Ontwikkelings- en Motivatiepsychologie UGent