HET LEREN VERANKEREN
Wat binnenkomt in het korte termijngeheugen, zal langzaamaan weer vergeten worden. Om ervoor te zorgen dat het opgeslagen blijft in het langetermijngeheugen, moet er gezweet worden en dat vertalen we in 4 hefbomen: actief ophalen of laten nadenken in plaats van passief te beluisteren; tijd geven om te vergeten en opnieuw te herhalen dankzij gespreid oefenen; afwisseling inbouwen om niet in automatische piloot te vervalen en het volledig eigen te maken door het actief te verwerken.


Proberen herinneren is leren: versterk de verbindingen in het brein door iedereen te laten nadenken.
Leerkrachten kunnen leerlingen op verschillende manieren verplichten tot nadenken. De uitdaging ligt om elke leerling die leerkans te geven nog voor de eigenlijke toets en regelmatig te laten graven in hun langetermijngeheugen..
- Als ik een vraag stel geef ik leerlingen eerst de tijd om te denken, daarna om met de buur te bespreken en nadien met de klas te delen (think-pair- share).
- Ik laat leerlingen alles opschrijven/ vertellen aan elkaar wat ze nog weten over hef hoofdstuk (“braindump”) en nadien in een andere kleur aanvullen wat ze nog niet wisten, als leermoment.
- Ik moedig leerlingen aan om oefentoetsen te maken als een effectieve leerstrategie
- Bij mij geen vingers in de klas, iedereen denkt en ik duid willekeurig iemand aan om te antwoorden (“cold calling”)
- Ik maak gebruik van oefentoetsen, quizzen, entry-tickets, wisbordjes, zodat iedereen moet nadenken. (zie ook hefboom “formatief handelen en feedback mogelijk maken” – blauwe tegel)
Leren is zweten en daarom moet je het soms ‘gewenst moeilijk’ maken en de gemakkelijke weg vermijden…
Leren is verbindingen sterker maken in de hersenen. Iedere keer je iets probeert te herinneren of oproept uit de kennisschema’s van je langetermijngeheugen naar je bewustzijn (werkgeheugen), maak je de verbinding breder en dus sterker. Zo evolueren de linken tussen het werkgeheugen en het langetermijngeheugen van smalle paden naar snelwegen. Als je daarentegen de gemakkelijke weg kiest en meteen opzoekt, ben je niet aan het leren.


Geef tijd om te vergeten, maar vergeet het niet! Gespreid oefenen: herhaling, kleine stappen, grote sprongen.
Leerlingen krijgen vaak de tip om regelmatig te herhalen. Om gelijke onderwijskansen te verbeteren, bouwen leerkrachten herhaalmomenten in tijdens de les om op die goede routine mee vorm te geven.
- Bij het opmaken van mijn jaarplan knip ik leerstofonderdelen op om doorheen het jaar te laten terugkomen.
- Ik start de les vaak met een combinatie vragen over leerstof van vorig jaar, vorig trimester, vorig hoofdstuk en vorige les.
- Ik maak afspraken met mijn collega’s van het vorig en volgend leerjaar, om vanuit leerlijnen te zorgen voor herhaling.
- Ik reik mijn leerlingen flitskaarten aan om woordenschat regelmatig te herhalen en laat ze de kaarten sorteren in groepen om op te delen in kaartjes die regelmatiger of minder regelmatig aandacht verdienen (Leitner box principe).
Gespreid oefenen (in plaats van alles in één keer), zorgt voor meerdere herhaalmomenten waardoor de verbindingen in de hersenen breder en dus sterker worden. Door te spreiden geef je de kans om even te vergeten en opnieuw te moeten oproepen.
Blijven inzetten op zinvol automatiseren (ook bij wie nog geen succeservaring kende), ook al heeft een leerling meer tijd nodig, blijft zinvol. Elk beetje leerwinst helpt om overbelasting van het werkgeheugen te beperken als nieuwe kennis zich aandient.


Maak het moeilijk bij verwerking! Afwisseling in aanpak, oefentypes en inhoud zorgt ervoor dat leerlingen blijven nadenken.
Leerkrachten bouwen afwisseling van oefentypes en leerinhouden inbouwen als gewenste moeilijkheid door los te komen van de vooropgestelde flow in werkboeken en handboeken.
- Beter korte oefenmomenten met veel afwisseling in inhoud waar de leerlingen even over zwoegen, dan lange eentonige oefen-momenten.
- Aan de hand van een thema breng ik in de kleuterklas kennis heel gevarieerd aan en laat zo inhouden met verschillende insteken samenkomen.
- In doorbreek de volgorde van de methode en laat leerlingen sneller oefeningen met een verschillende inhoud of vorm door elkaar maken.
Door oefentypes en leerinhouden regelmatig af te wisselen, zorg je ook dat het werkgeheugen steeds een verbinding moet leggen met het lange termijngeheugen. Als de hersenen meer moeite moeten doen, worden de verbindingen vaker afgelegd en het leren dus sterker.
Bij onvoldoende afwisseling, schakelt het werkgeheugen in automatische piloot. Dan wordt er niet nagedacht maar wordt de informatie uit het werkgeheugen gebruikt. Dan is er sprake van prestatie (tijdelijk) maar niet van leren (duurzaam).


Verbind, hertaal, verwerk en maak eigen.
Actief verwerken kan zowel in gedachten (weet ik er al over, waar kan ik het aan verbinden, wanneer heb ik dit nog gezien) als in interactie (hoe kan ik het op mijn manier doorgeven aan een ander)…
Als leerling kan je je de leerinhoud waar je zeer creatief of actief mee aan de slag bent geweest in de vorm van een voordracht, presentatie, lied… nog heel lang herinneren.
- Ik laat leerlingen een illustratie of andere creatie maken als verwerking van de leerstof.
- Ik laat leerlingen regelmatig mindmaps of (Cornell-)schema’s maken om leerinhouden samen te vatten.
- Ik laat leerlingen hun leerstof uitleggen aan elkaar en raad aan om dit thuis te doen aan een broer, zus of ouder.
- Bij een tekst begrijpend lezen, laat ik leerlingen vragen stellen: waar heb je dit nog gezien, waar kan je dit gebruiken, welke andere titel kan je erbij bedenken…
Door nieuwe informatie te proberen linken aan de eigen context, bestaande kennis, talenten en vaardigheden (wat weet ik al, waar kan ik dit nog gebruiken, hoe kan ik dit zelf verwerken, presenteren, vertalen, uitleggen…?) worden opnieuw extra verbindingen leggen gelegd tussen het werkgeheugen en het langetermijngeheugen. Hierdoor krijgt het leren een duurzaam effect.
Bovendien zorgt het inzetten van eigen talenten en vaardigheden voor een groter gevoel van betrokkenheid en motivatie, wat automatisch bijdraagt aan betere leerprestaties.