LEREN STRUCTUREREN
Van 1 tot 4
Met goeie routines kan je vanuit hoge verwachtingen elke leerling tot leren brengen. We vertalen de routines in 4 hefbomen: start met (1) doelen in haalbare stappen te verduidelijken en leerlingen vertrouwd te maken met de verwachte uitkomst (kwaliteitsbesef); (2) activeer vervolgens de nodige voorkennis; (3) maak feedback mogelijk vóór de evaluatie door formatief te handelen en oefenkansen te geven; (4) controleer uiteindelijk of iedereen mee is.


Weet wat je leert. Maak heldere doelen en hoge verwachtingen zichtbaar. Deel op in haalbare stappen…
Maak heldere doelen en hoge verwachtingen zichtbaar en tastbaar en laat de leerlingen er mee aan de slag, zodat ze net als jou kwaliteitsbesef kunnen ontwikkelen. Dit kan door een (foto van) het verwachte resultaat (goede uitvoering/taak/toets te laten zien als feedup. Door bij een opdracht samen de succescriteria aan de hand van een goed en minder goed voorbeeld (kwaliteitsbesef) te formuleren.
Stel hoge verwachtingen, zorg voor uitdagende instructie maar wees transparant en toon aan de hand van uitgewerkte voorbeelden en heldere doelen precies welke stappen de leerlingen zullen moeten ondernemen en hoe een goed resultaat eruit ziet. Helderheid brengt rust en vermijdt overbelasting van het werkgeheugen.
Door bij het begin van het leerproces samen met de leerlingen de succescriteria te bepalen of te tonen aan de hand van een goed voorbeeld (feedup), verhoog je de betrokkenheid en kans op slagen (motivatie – competentie).


Haal relevante leerstof van onder het stof voor je erop verder bouwt. Leg de nodige verbindingen met kennis die er al is, want goed begonnen, is half gewonnen.
Selecteer de nodige voorkennis en roep die actief op bij elke leerling.
- Werk vanuit leerlijnen: wat weten de leerlingen al om de nieuwe leerstof aan te koppelen en moet dus opgefrist worden.
- Geef leerlingen bij het oproepen eerst de tijd om te denken, daarna om met de buur te bespreken en nadien met de klas te delen (think-pair- share) om iedereen te betrekken.
- Geef preteaching of opzoekingswerk bij het aansnijden van een nieuw thema (als huiswerk of begeleiding).
Bij het aanbrengen van nieuwe kennis is het belangrijk om de kennis die eraan voorafging (vorige leerkracht, hoofdstuk …) actief op te roepen bij de leerlingen. Zo kan nieuwe kennis makkelijk verankerd worden aan bestaande kennisschema’s.
Voorkennis is wat ooit geleerd is en nodig om op verder te bouwen, niet te verwarren met achtergrondkennis meegekregen buiten school. Zorg ook dat die kinderen die minder achtergrondkennis hebben de kans krijgen tot kennisrijk onderwijs.


JIHAA! De beste fout is de beste leerkans! Laat leerlingen veilig fouten maken, en bouw feedbackmomenten in die benut worden voor de eigenlijke toets.
Laat net als bij een sporter het persoonlijk record niet het gemiddelde zijn van alle trainingspogingen… Laat fouten maken in een veilige (niet evaluerende) omgeving en gebruik daartoe formatieve testing via wisbordjes, oefenquizen, braindumps (schrijf alles op wat je nog weet), coöperatieve werkvormen (per 2, 4).
Laat alle leerlingen eerst nadenken en gebruik eventueel (digitale) middelen om antwoorden van alle leerlingen te verzamelen nog voor het juiste antwoord is gegeven. Laat leerlingen oefentoetsen (zelf op-) maken als een effectieve leerstrategie. Vraag bij het begin van de les alles wat ze nog weten (van vorige les). Plaats het zweet op de juiste rug en laat leerlingen zelf op zoek gaan feedback in een lijst met veelgemaakte fouten of via een feedback legende (met symbolen). Laat leerlingen elkaars werk verbeteren, etc.
Organiseer voor je leerlingen zoveel mogelijk oefenkansen en feedbackmomenten. Door veel formatief te testen (om te leren – niet op punten) en de uiteindelijke summatieve toets te plannen na voldoende oefenkansen die telkens een (zelf-/peer-/automatische/tutor-) feedback kans bieden, krijgt de beste prestatie de volle aandacht. Het begint met feedup: kwaliteitsbesef bijbrengen en doelgericht werken.


Doe de check! Denkt iedereen (nog) mee? Actief en betrokken, één op één.
Door voorop te lopen en niet achterom te kijken, kunnen er wel een aantal achterop raken… Zorg dat je elke leerling in de gaten hebt en tijdig kan bijsturen. Kan iedereen verder of wie heeft nog wat meer nodig?
Hou iedereen betrokken en benader het positieve effect van één-op-één begeleiding zodat elke leerling zich gezien voelt (verBonden).
Activeer (voor)kennis bij elke leerling. Zorg voor de één-op-één-benadering en achterhaal regelmatig of iedereen het begrepen heeft. Laat elke leerling de kans om de leerstof actief op te halen zodat elke leerling succes kan ervaren (Competent).
Extra linken vanuit deze 4 hefbomen
Toetsrevolutie
Formatief handelen, feedbackcyclus, kwaliteitsbesef:
Wijze lessen - 12 bouwstenen
Bouwsteen 1: Activeer relevante voorkennis
Bouwsteen 2: Geef duidelijke, gestructureerde en uitdagende instructie
Bouwsteen 6: Achterhaal of de hele klas het begrepen heeft
Bouwsteen 11: Geef feedback die leerlingen aan het denken zet
Feedback in de klas - Geert Speltinckx en Stijn Vanhoof
PROEV - website
- Hoe zorg ik dat mijn leerlingen exact weten wat er van hen wordt verwacht?
- Hoe ga ik doelgericht na wat mijn leerlingen kennen en kunnen?
- Hoe geef ik feedback die het leren optimaliseert?