Zelfregulerend leren
… in een digitale context
Dit artikel is een onderdeel van de reeks die hier een inleiding kreeg.
Daar kon je lezen dat leerkrachten ook in een digitale context zelfregulerende vaardigheden kunnen ontwikkelen bij leerlingen.
Door in te spelen op bepaalde strategieën.
In dit artikel gaat het over cognitie.
> Cognitieve vaardigheden
Als leerkracht kan je leerlingen leerstrategieën aanleren. Dat vereist kennis over die leerstrategieën én inzicht in hoe je de beschikbare tools en platformen ondersteunend kan inzetten.
Op de site van Learningscientists.org vind je posters die geschreven zijn op maat van de lerende. Afhankelijk van de leeftijd van jouw leerlingen, zal je die een beetje moeten toelichten. Via deze link download je de posters in het Nederlands.
Ze vermelden zes leerstrategieën:
- Gespreid oefenen (spaced practice): Spreid studeermomenten in de tijd.
- Het helpt natuurlijk als je effectief tijd voorziet voor je leerlingen om op gespreide momenten met leerstof aan de slag te gaan. Het gebruik van een digitale agenda of planningstool is hier essentieel. Sommige tools voorzien een functie om bepaalde oefensets (kaartjes in Quizlet of Drillster bv.) op gespreide momenten aan te bieden aan leerlingen.
- Kleine, korte herhaalmomenten inbouwen met digitale oefeningen (Bookwidgets, H5P, flitskaarten …) is een makkelijke manier om dit te doen. Het vereist natuurlijk een groot aantal beschikbare oefeningen om op verschillende oefenmomenten voldoende gevarieerd en eventueel gedifferentieerd oefenmateriaal te hebben. De planner widget in Bookwidgets is uitermate geschikt voor een aanpak van gespreid oefenen. (blogartikel)
Uiteraard hoeft niet alles digitaal: een les starten met vragen over de voorbije lessen helpt ook.
- Informatie ophalen (retrieval practice): Actief ophalen van informatie, kennis of vaardigheden.
- Start je les met de vraag: ‘Schrijf alles op wat je nog weet over …’. Als ze niets meer kunnen ophalen, dan controleren ze. De klassieke exit-tickets kan je ook inzetten als entry-ticket, waarmee je de les start en zo meteen de essentiële voorkennis activeert voor de les. Dit kan via presentatiesoftware, of via bepaalde digitale toepassingen (exit ticket widget van Bookwidgets bv.) en zelfs visueel via tools als Digitaalwisbordje, formative of Whiteboard . Heb je geen toestellen in de klas, of heb je ze liever nog even aan de kant, dan zijn de papieren QR-codes van Plickers.
- Laat leerlingen (samen) toetsvragen verzinnen en verzamelen. Je kan dit ‘verzamelen’ digitaal ondersteunen door ze beschikbaar te maken via Teams of Smartschool.
- Concrete voorbeelden (concrete examples): gebruik (veel) concrete voorbeelden bij oefeningen, opdrachten, concepten.
- Net zoals bij het verzamelen van toetsvragen in voorgaand puntje, kan je leerlingen ondersteunen in het verzamelen van voorbeelden die aansluiten bij de ‘concepten’ uit de les. Het uiteindelijke doel is dat leerlingen zelf concrete, relevante voorbeelden bedenken bij wat je studeert en zo loskomt van alleen de voorbeelden uit de cursus.
- Presentatiesoftware als PowerPoint is erg makkelijk inzetbaar bij het illustreren met voorbeelden, denk aan reliëfvormen, authentiek en contextueel gebruik van taal, technische componenten … Laat leerlingen zelf de verbanden leggen of uitleggen waarom die voorbeelden wel of niet goeie voorbeelden zijn.
Als je je presentatie deelt (vi Smartschool bv.), nodig leerlingen uit zich die eigen te maken en te verrijken met eigen voorbeelden (die door de leerkracht gecheckt worden). - Leg databanken aan met extra voorbeelden.
- Interleaving: wissel onderwerpen af tijdens het studeren. Als je te lang stilstaat bij één onderwerp (bv. drie uur Frans leren op één avond), dan verval je in blokoefenen. Wissel af tussen afgewerkte, verworven stukjes leerstof en verander ook van volgorde waarin je lesonderwerpen studeert. Ga niet op automatische piloot.
- Je kan bij bepaalde tools de vragen willekeurig laten verschijnen (randomize).
- Je kan bij Wordwall makkelijk schakelen tussen verschillende oefentypes met dezelfde inhouden (dataset).
- Raad leerlingen aan bewust te zijn van het regelmatig veranderen van lesonderwerp tijdens het studeren. Een timer kan helpen, maar zorg wel voor afgewerkte onderdelen. Zomaar overstappen naar een ander lesonderwerp zonder goed begrip van het vorige, is niet de bedoeling.
- Combineer woord en beeld (dual coding): voor dit item verwijzen we graag naar een online presentatie op YouTube, gemaakt door een van de mensen van Learningscientists zelf.
Bottom line: iedereen slaat info gemakkelijker op als het gepresenteerd wordt zowel via woorden als beelden, beter dan alleen via woorden. Dit betekent niet dat je je nu elke dia in je presentatie van een afbeelding moet voorzien. Alleen als die visueel ondersteunt (en niet louter voor het visueel aantrekkelijker maken van je dia) zorgt die niet voor meer mentale belasting.
- Verwerking (elaboration): komt binnenkort