Waarom zou je als leerkracht willen meekijken op de schermen van de leerling? Om te controleren of die wel bezig is met het gevraagde? Of om zelfregulerende vaardigheden aan te leren, in een cultuur van trust but verify?
Je leest hier hoe je via iets wat intrinsiek gemaakt is om te controleren, je de zelfregie bij leerlingen kan stimuleren.
Waarom willen we meekijken op het scherm van de leerling?
Welke redenen heeft een school om monitoringsoftware te gebruiken?
We moeten er niet flauw over doen. Leerlingen spelen spelletjes tijdens de les. De laptop biedt heel wat mogelijkheden, maar tegelijk ook afleidingen. Leerlingen kijken naar live sportverslaggeving van grote wielerrondes, spelen een potje schaak tegen een klasgenoot enkele banken verder en ga zo verder. Grote boosdoener: de laptop in de klas.
Maar is dit wel zo? Veralgemenen sommige leerkrachten niet het gedrag van enkelen en zien daardoor niet meer dat de digitalisering van het onderwijs ook grote voordelen kan bieden?
Monitoringsoftware komt hierop neer: de leerkracht kan vanop het eigen scherm alle schermen van de leerlingen zien. Het valt makkelijk op wanneer een leerling met andere zaken bezig is.
Letten de leerlingen voor de intrede van deze toestellen dan beter op? Had je voor de Digisprong alleen maar aandachtige, actief betrokken leerlingen in de les?
Wat met de dagdromers? Wat met de droedelaars? De leerlingen die mentaal afhaken? Oortjes verstopt onder het haar en de les ‘verteerbaar maken’ met een technobeat op de achtergrond? Het blind versturen van berichten op de smartphone, onder de bank? Wat was dan de reden dat ze afgeleid waren?
Monitoringsoftware kan een oplossing bieden, maar is geen essentiële schakel om te komen tot een verandering in cultuur: van controle naar zelfregulerend leren.
Naast de evidente reden hierboven vermeld, kan een school ook toegang willen omdat het toestel eigendom is van de school. Zo kan er bv. nagegaan worden of leerlingen het toestel niet blootstellen aan gevaarlijke websites ed.
Juiste insteek: van controlecultuur naar zelfregulerend leren
Leerlingen zijn soms intrinsiek (of tegenwoordig vaak ook ‘intern’) gemotiveerd om een opdracht ook zonder toezicht tot een goed einde te brengen. Dat lukt nog beter bij uitdagende, authentieke, zinvolle opdrachten, doordacht en zo opgesteld dat het voldoet aan de drie fundamentele basisbehoeften: autonomie, betrokkenheid en competentie (ABC), zoals beschreven door Deci en Ryan (2017):
- de behoefte aan autonomie (invloed kunnen hebben, keuzes kunnen maken);
- de behoefte aan competentie (als je competenties herkend en erkend worden, je de ruimte krijgt om ze verder te ontwikkelen, o.a. via constructieve feedback);
- de behoefte aan verbondenheid (dat je je gehoord en gezien voelt).
Als je als school een veilig en ondersteunend leerklimaat creëert, zullen leerlingen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen en durven om hulp vragen. Dit laatste is een zelfregulerende vaardigheid.
De school stimuleert hiertoe een groeimindset bij de leerlingen en de leraren, waarbij het maken van fouten echt gezien wordt als een kans om te leren. Voor leerkrachten komt dat ook neer op lesgeven vanuit hoge verwachtingen.
(bron: https://www.onderwijskennis.nl/kennisbank/leidraad-onderwijs-vanuit-hoge-verwachtingen – Growth mindset: echt of mythe? – Schoolmakers)
Een getuigenis van een leerkracht, te vinden op sociale media:

De uitdagende opdracht die de leerlingen van de leerkracht in de getuigenis voorgeschoteld kregen, had een aantal ingrediënten die deze basisbehoeften ondersteunde:
- De doelen van de opdracht en de succescriteria waarop ze zouden worden beoordeeld, waren al vooraf zeer duidelijk.
- De opdracht bevatte elementen waardoor de leerlingen de opdracht als belangrijk aanvoelden. Ze zouden iets ontwikkelen dat door leerlingen uit de basisschool zou gebruikt worden.
- De leerlingen hadden de mogelijkheid om hun werk te plannen en konden dit ook bijsturen op basis van feedbackrondes, gegeven door zowel van medeleerlingen als van de leerkracht)
Van den Bergh ziet vertrouwen als een (vierde) psychologische basisbehoefte die voorwaardelijk is voor autonomieontwikkeling, vergroting van de kwaliteiten van een persoon en voor verdieping en groei van verbondenheid. (link) Een leerling zal zonder vertrouwen vanuit de leraar zijn licht zeker onder de korenmaat zetten. Vertrouwen is een belangrijke groeibevorderende factor. Vertrouwen maakt een wezenlijk onderdeel uit van het DNA van het onderwijs.
Trust but verify
Als controle en een klassieke leerkrachtgerichte aanpak het uitgangspunt van schermmonitoringsoftware is, dan is er weinig sprake van vertrouwen. Zo stelt Demaertelaere Y. nog:
‘een verhoging van het eigenaarschap (de autonomie) in het leerproces kan de intrinsieke motivatie namelijk een boost geven, waardoor controle vervangen kan worden door vertrouwen’.
(Y. Demaertelaere, Controleren is goed, vertrouwen beter! (link)).
Door leerlingen te betrekken bij het ontwerp en de ontwikkeling van hun leeromgeving, bevorder je niet alleen het eigenaarschap en de motivatie, maar ontwikkelen ze bovendien metacognitieve vaardigheden, noodzakelijk om levenslang te leren. (Guy Levi).
Via het stelselmatig afbouwen van de controlemomenten en dus het geven van meer vertrouwen en autonomie, kan je je als leerkracht de ontwikkeling van zelfregulerende vaardigheden van leerlingen mee stimuleren. Let wel: het louter geven van autonomie stimuleert niet de per se de ontwikkeling van ZRL (link).
We begrijpen dat zo’n schoolcultuur van zelfregulerende leerlingen en het vertrouwen erin er niet op één twee drie is. Technologie als monitoringssoftware kan toch ondersteunend zijn om naar dat eigenaarschap toe te werken en die cultuur bij te schaven.

Voor- en nadelen voor beide partijen?
Veel scholen zijn op zoek naar mogelijkheden en software om de schermen van leerlingen tijdens de les te monitoren.
Wat zijn de voor- en nadelen van deze software voor de leerlingen, de leerkrachten en de school?
Een leerkracht die zelfeffectiviteit ervaart bij het lesgeven – vertrouwen in eigen efficiëntie – is gemotiveerder in de lesopdracht. Deze motivatie straalt af en draagt bij tot een beter lesklimaat.
Voor sommige leerkrachten kan die perceptie gevoed worden door een gevoel van controle over het lesgebeuren en gemoedsrust.
Functionaliteiten van dergelijke monitoringsoftware kunnen hiertoe bijdragen, maar ook digitaal ondersteund lesgeven makkelijker maken in z’n geheel. Met voordelen voor de leerkracht en de leerlingen.
- Een leerkracht die monitoringsoftware gebruikt, kan leerlingen beter begeleiden en ondersteunen. Hij of zijn kan snel vaststellen of een leerling vastloopt bij een bepaalde opdracht. Een leerkracht kan in zo’n geval een berichtje sturen naar de betrokken leerling of leerlingen, om te vragen of ze ondersteuning nodig hebben of met vragen zitten. Voor leerlingen die niet het gevoel hebben dat ze vrij vragen kunnen stellen in de klas, kan zo’n bericht het stellen van de vraag vereenvoudigen. De aanwezigheid van de leerkracht kan dus verbindend werken. Stel dat een leerling vastloopt of er met de gedachten niet bij is, kan een chat met de leerling je betrokkenheid als leerkracht onderstrepen. Een goed gesprek natuurlijk ook, maar daar is tijdens de les niet altijd ruimte voor.
- Een aanvullende functionaliteit hier, is dat de leerkracht een URL of het eigen scherm kan delen met de leerlingen. Of een website openen (maar ook sluiten) op het scherm van de leerling. Dit helpt de leerkracht, maar dus ook de leerling bij het bieden van structuur en het geven van instructie. Leerlingen kunnen via een simpele klascode meteen opstarten.
- Een leerling die monitoringsoftware ervaart als bespieden, een inbreuk op de privacy, kan zich daardoor minder veilig voelen. Daarom is het goed dat een leerling altijd expliciet toegang moet geven aan een leerkracht vooraleer die kan meekijken. Dat dit tijdens de les vereist is, daar kan een leerling in principe weinig tegen inbrengen. Dat zou gelijkstaan als het niet mogen rondlopen van de leerkracht in de klas of het observeren van leerlingen (in groepsopdrachten bv.). In het kader van afstandsonderwijs zijn er wel duidelijke afspraken nodig over deze mogelijkheid in de thuistijd van de leerlingen.
- Dat een leerkracht kan meekijken op het scherm van de leerling, kan ook preventief werken. Leerlingen zijn daarin net als iedereen die nog niet zelfsturend is: als de kat van huis is…
- Een leerkracht kan de focus van de leerlingen verhogen, door bv. de schermen van de leerlingen te bevriezen. Daardoor kan de aandacht van de groep even terug bij de leerkracht gebracht worden. Die verplichte focus is ook in het voordeel van de leerling, die zo aandachtiger de instructie of uitleg kan volgen. Om daarna aan de slag te gaan of bijkomende vragen te stellen.
- Leerkrachten kunnen leerlingen via dergelijke software vaak ook motiveren. Dit kan bv. door het sturen van berichten, maar ook via elementen van gamification: sterretjes geven voor hun werkkracht of focus – Goe bezig! – maar ook vragen stellen met speelse elementen dragen daar misschien aan bij.
- Leerlingen (en niet alleen leerlingen) komen al klikkend al eens op websites die niet zo veilig zijn. Als leerkracht is het mogelijk een beperkt aantal websites beschikbaar te maken, waarin de leerlingen de autonomie hebben om aan het werk te gaan. Zo cureer je als leerkracht enigszins wat leerlingen kunnen raadplegen. Het kan ook bijdragen tot de online veiligheid van de leerlingen. Bij Classroom.cloud, een voorbeeld van dergelijke monitoringsoftware, zijn er op dat vlak heel wat instellingen mogelijk (link).
- Als leerkrachten de functionaliteiten van monitoringsoftware op een goede manier inzetten, dan brengt dit ook rust in de klas. De leerkracht hoeft niet élke les alles en iedereen te monitoren. Vertrouwen geven aan de klas en leerlingen laten ‘bewijzen’ dat ze zonder die monitoring zich ook aan de opdracht kunnen houden, helpt zeker. En uitdagende opdrachten.
Op het vlak van veiligheid zijn er zeker wel nadelen. Denk maar aan de leerling die snel even het wachtwoord zichtbaar maakt om te controleren of het juist getypt is. Als de leerkracht op dat moment meekijkt, kent die het wachtwoord. Leerlingen zijn vaak nog niet zo digitaal bewust en gebruiken vaak voor alle digitale toepassingen hetzelfde wachtwoord.
Het is goed denkbaar dat leerlingen vooral beducht zijn voor de controlerende functie van dergelijke software en het bijhorende gevoel van wantrouwen in de leerling. Het is ergens ook wel een inbreuk op de privacy. Ook ouders kunnen zich hierbij vragen stellen. Daarom dat transparantie en dus goede communicatie belangrijk is, maar niet voordat het lerarenteam de functionaliteiten die het leren van de leerling kan ondersteunen goed in de vingers hebben. Proeflesjes draaien met collega’s… waarom niet?
Communicatie
Een doordacht digitaal ICT-beleid voorziet in de regelmatige check of software en andere zaken nog up-to-date of vereist zijn. Zo ook met monitoringsoftware. Dit kan een vast topic zijn tijdens een vakvergadering, een pedagogische studiedag en in overleg met het IT-team.
Er zijn verschillende manieren waarop scholen kunnen communiceren met leerlingen en ouders over het installeren van software of geïnstalleerde software op apparaten die al dan niet eigendom zijn van de leerling. Een manier is om een lijst met aanbevolen software te publiceren. Deze lijst kan informatie bevatten over welke software moet worden geïnstalleerd voor welke vakken en hoe deze software kan worden gedownload en geïnstalleerd.
Bij toestellen die het eigendom van de school zijn, is zo’n lijst vaak niet van toepassing, omdat de school de software op de toestellen installeert of beschikbaar maakt. Het kan in dat geval toch nog interessant zijn deze te delen met de ouders.
Specifiek over het gebruik van monitoringsoftware, kan de school bijvoorbeeld uitleggen:
- waarom ze deze software gebruikt,
- hoe ze deze software gebruikt,
- wat ze wel en niet kan zien en wanneer,
- hoe lang ze de eventuele verkregen gegevens bewaart en met wie ze deze gegevens eventueel deelt.
De school kan ook duidelijke afspraken maken met de leerlingen en hun ouders over:
- wat wel en niet mag tijdens de les,
- wat de gevolgen zijn als leerlingen zich niet aan deze afspraken houden en
- hoe ze eventuele klachten of bezwaren kunnen uiten.
In een artikel van de VRT worden enkele concrete tips meegegeven:

Uiteraard dienen hier duidelijke afspraken over gemaakt worden. Die komen best mee met de laptop bij een eerste ingebruikname en er moet zeker ook een paragraaf aan gewijd worden in het schoolreglement.
Kenniscentrum Digisprong werkte een stappenplan uit. Gebruik het stappenplan om bewust en op een structurele manier met monitoringssoftware aan de slag te gaan.
Je vindt het via: Monitoring van digitale toestellen | Vlaanderen.be
Dit doe je uiteraard in goed overleg met het IT-team, dat betrokken wordt bij het ICT-beleidsplan van de school, waar monitoringsoftware en het pedagogisch-didactische en technische aspect beschreven wordt.
Een suggestie voor vermelding in het schoolreglement vind je hieronder.
Schoolreglement
Elke leerling die een eigen laptop in de schoolcontext of laptop van de school op school gebruikt, gaat akkoord met het gebruik van monitoringsoftware. Dit is software die de school toelaat om het scherm van de leerling te bekijken.
Dit biedt heel wat kansen bij het ontwikkelen van zelfregulerende vaardigheden van de leerling. Daarnaast biedt het ook mogelijkheden tot betere ondersteuning van de leerling.
De software wordt gratis ter beschikking gesteld door de school en moet geactiveerd worden bij het begin van elke les waarbij het toestel gebruikt wordt. De leerkrachten zullen alleen het scherm van de leerling bekijken als dat nodig is voor de les.
De leerling krijgt altijd een melding op het scherm te zien en moet expliciet toegang geven aan de meekijkende leerkracht. De school stelt de software zo in dat het alleen gebruikt wordt op het netwerk van de school en tijdens de schooluren.
De leerling krijgt een demonstratie van de mogelijkheden van de software. Ook als ouder kan je een demonstratie volgen. (vb. Die wordt bij het begin van het schooljaar via een webinar georganiseerd. Er is op dat moment ook de mogelijkheid om vragen te stellen rond privacy.)
Monitoringsoftware gebruiken op school?
Het installeren van dergelijke software is een goeie optie als je dit als school en als leerkracht om de juiste redenen doet, zoals:
- het pedagogisch-didactisch comfort van de leerkracht bij gedigitaliseerd onderwijs,
- het bieden van ondersteuning aan leerlingen,
- het ontwikkelen van zelfregulerende vaardigheden van elke leerling.
En dus ook omgekeerd: Als dit niet het uitgangpunt is, is het geen goed idee om dit soort software in te zetten.